In memoriam Siem Praamsma (1921-2016)
Mijn herinneringen aan Siem Praamsma
In 1989 verscheen in het huis aan huisblad “Schagen op zondag” een strip getiteld Ootje Teur, getekend door Simon Praamsma. Ik werd meteen getroffen door de tekenstijl die behoorlijk Toonderiaans aandeed. Natuurlijk kende ik daarvoor al de Jochem Jofel strip waarvan ik de boekjes bezat. Maar deze Ootje Teur strip wekte dermate mijn belangstelling dat ik meer over Praamsma wilde weten.
Ik constateerde dat deze strip gedistribueerd werd door “Persbelangen” in Utrecht. Na contact gehad te hebben met dit bureau bleek dat Praamsma regelmatig in ons land verbleef (na speurwerk was mij bekend dat hij in Californië woonde waar hij voor de Hanna-Barbera Studio’s gewerkt had). Met het via Persbelangen verkregen telefoonnummer nam ik in het najaar van 1989 contact op met Praamsma en het bleek dat we snel een klik hadden.
De grootste verrassing die ik van hem te horen kreeg was, dat zijn vriend Piet van Elk, die ik ook enorm bewonderde, een caravan gekocht had en daarmee vanaf de zomer van 1990 op de camping van Schagen zou staan op 300 meter afstand van mijn huis.
Vanaf 1990 heb ik Praamsma regelmatig ontmoet. Zij oude stripwerk t.w. Jochem Jofel, Ootje Teur en Humpo Hotsflots was bij hem in de vergetelheid geraakt. Maar dankzij mijn enthousiasme kwam dat allemaal weer terug. Samen met een andere bewonderaar van Praamsma uit mijn omgeving spraken we met z’n drieën af bij o.a. het Persmuseum en het archief van de 2e Kamer, alwaar we dagen lang alle bovengenoemde strips gekopieerd hebben. Praamsma was zeer verbaasd dat alles nog terug te vinden was en wilde al zijn strips in kopievorm terughebben.
Er bestonden 14 Jochem Jofel verhalen waarvan uitgeverij Pegasus in de 40er jaren slechts enkele in boekvorm uitgegeven had. Al het nooit uitgebrachte materiaal wilde Praamsma in kleine oplagen in eigen beheer uitgeven. Helaas viel de verkoop van deze zelf uitgebrachte boekjes tegen. Maar dat deerde de altijd opgewekte en vrolijke Praamsma niet. Alle aandacht in de media en de diverse signeersessies in stripspeciaalzaken deden hem goed en hij genoot daar zichtbaar van.
Ik heb Praamsma diverse keren mogen ontmoeten in de loop der jaren want hij bleef Nederland toch als zijn vaderland zien. Zo bezat hij al tientallen jaren een zomerhuisje bij de Lage Vuursche waar hij vrienden en kennissen uitnodigde en dat tevens als uitvalsbasis diende voor vele trips naar binnen- en buitenland. Praamsma was net als Jochem Jofel een wereldreiziger. Bij elke ontmoeting met hem viel me zijn enthousiasme op en zijn brede kennis over alle kleine en grote wereldzaken. Hij kon boeiend vertellen over zijn hele carrière als saxofonist in een jazzband, zijn werkzaamheden bij de Geesink-Toonderstudio’s, zijn werk als tekenaar voor een krant in Australië, zijn mooie loopbaan bij de Hanna Barbera Studio’s, hij maakte reclame filmpjes voor de tv in Australië en natuurlijk last but not least het opzetten van een kleine tekenfilmstudio in Amsterdam samen met zijn vriend en compagnon Piet van Elk onder de naam Stripfilmstudio. Na zijn Stripfilm periode bracht hij in eigen beheer een serie beeldromans uit waaronder “De Tweede Pimpernel”. Zijn allereerste stripverhaal heette “Stanny Stamp met verlof” dat hij in 1946 vervaardigde. Vorig jaar werd er een fraaie herdruk daarvan gemaakt waarvan er nu nog enkele exemplaren over zijn en verkrijgbaar bij ondergetekende.
Één ding heb ik als verwoed verzamelaar nooit kunnen verkroppen. Praamsma is met zijn gezin talloze malen verhuisd tot aan Australië toe en moest altijd maar de koffer met zo’n 900 originele stroken van Jochem Jofel meeslepen. Op een gegeven moment was hij dat zo zat dat hij alle stroken in de open haard gegooid heeft. Helaas is er niet één meer bewaard gebleven. Gelukkig heeft hij dat later gecorrigeerd door e.e.a. voor mij te tekenen als genoegdoening.
Ik zal mij hem altijd blijven herinneren als een boeiende en intelligente verteller die overal een mening over had en beschikte over een ijzeren geheugen. Zo kon hij tot in detail over alles en iedereen vertellen met wie hij in zijn lange en veelzijdige carrière samengewerkt had en dat waren zeker niet de minsten. Begin dit jaar werd bij hem de meest gevreesde ziekte geconstateerd en overleed hij daaraan drie dagen na zijn 95e verjaardag.
Simon ik zal je missen.
Ernst Slinger
Schagen, 3 mei 2016